Image Alt

Verhalen

Beschouwingen Afrika – 8 De lach

Het kortste paadje naar het hart, de lach. Zo overdonderend aanwezig op dit hele continent. We zien mannen, elkaars handen vasthouden en brullen van het lachen. Bij elke kennismaking is het eerst de oprechte lach en daarna pas het ‘handenritueel’. Vrouwen die met elkaar in gesprek zijn lachen evenveel als ze praten. Kinderen buitelen over elkaar heen, doen spelletjes en steeds hoor je hun parelende lachbuien.
Zonder al dit lachen wanen we ons in een Oost Europa met zwarte mensen. Hier is het de vreugde, rechtstreeks uit het hart. Maar we merken dat het ook een onderdeel van hun ‘taal’ is. Voorbeelden ten over dat dit lachen ook iets bedekt, iets wil bagatelliseren. Daarvan enkele voorbeelden.
– Een Afrikaan is in een lodge betrapt op diefstal en wordt ontslagen. Geen politie, gewoon wegwezen, schop onder z’n reet, zonder laatste betaling. De volgende dag komt de man lachend het erf weer op en stelt: ‘sorry baas, ik heb een fout gemaakt (lach) maar ik werk al vijf jaar voor je, dus ik hoop dat ik weer gewoon mag werken voor je (lach).
– een Afrikaanse vrouw verliest haar kind, dat gaat dood op dag-1. Vreselijke rouw, maar ook al tijdens dag-1 enkele hartelijke lachbuien. Dag-2 komt de vrouw weer naar het werk en lacht zo mogelijk nog meer dan voorheen.
Lachen verbergt moeilijke woorden, diepere gevoelens. Maakt dat je niets meer met woorden hoeft uit te leggen, omdat dit lachen zo universeel is.
Het lachen vergaat ons steeds meer als we, Koninklijk Hoog onze Bully berijden en dagelijks tientallen, nee duizenden kinderen passeren langs Gods Afrikaanse wegen. De woorden die we boven het rustig motorgeluid uithoren zijn beperkt, maar duidelijk verstaanbaar. ‘Give us a pen’, staat op de 2e plaats, maar ‘money, money, money’ staat overduidelijk op de 1e plaats. Dit zijn de woorden zie ze van vader en moeder al vroeg krijgen ingeprent. Deze Engelse woorden zijn in hun genen geprent. Maar als we die prachtige, mooi-ogige donkeren kindjes voorbij rijden en steeds het geroep om money en pen vergeten, dan blijft dat gevoel van contact willen maken. We proberen dan ook, volgens ons duizendmaal per dag, oprecht te zwaaien naar al die kinderen. Hun houdingen veranderen daardoor meteen, peinzende blikken worden hartelijke, open smoeltjes met parelende tanden dat een brede lach wordt. Voor groepjes hebben we een ‘groepszwaai’ beiden zwaaien we dan in een hoger tempo en met elkaar in de maat. Dit roept joelende kinderen op, allemaal hard schreeuwend, luid lachend, weliswaar allemaal roepend om money of pen.
Helaas zien we wel eens een kind, of een groepje kinderen over het hoofd. Dat is diep triest. We zien in onze spiegels hoe triest dat kind achterblijft. Waarom wel naar anderen zwaaien en niet naar hem, of haar? Dit kunnen we ons gewoon écht niet permitteren, we moeten beter opletten en niet naar 999, maar naar alle 1000 kinderen. Zwaaien om die lach te horen en niemand verdrietig te maken.