Image Alt

Verhalen

Camperaars, ik begrijp niets van jullie!

naamloos (4 van 4)

naamloos (1 van 4)

naamloos (2 van 4)

naamloos (3 van 4)

naamloos (4 van 4)

Vanaf Barcelona tot ver in het zuiden van Spanje, ligt meer dan duizend kilometer prachtige kust. Dan bedoel ik zandkusten, sommige met gravel, kusten waar je vanuit dezelfde stoel de zon kunt zien opkomen en ondergaan. Waar je het rollend geluid van water, soms van water en kiezelende steen kunt horen. Vanaf de nacht waar je licht aangesloten het bedje opzoekt, nooit meer dan 3 stappen verwijderd van je stoel, tot de morgen dat je elkaar wakker maakt om de schoonheid van die opkomende zon te zien.

We zijn nu 21 dagen onderweg en hebben steeds aan de zee gestaan. Nooit verder van het water verwijderd dan enkele meters. Vaak hebben we een strand van honderden meters, soms zelfs kilometers, voor onszelf. Geen passanten, soms een vroege visser, geen politie, alleen het geluid van de golven.

We staan nu op een soort landpunt, een meter of honderd uitgestoken richting de zee en passeren tientallen campers. De grootste verzameling op een omheind stuk grond, bak naast bak, met net genoeg ruimte het trapje uit te zetten. Je hoort het snuiten van de neus van je buurman. Deze onbegrijpelijke camperaars verzamelen zich dus enkele honderden meters van ons punt. Kijken naar elkaars plastic, meten de doorsnede van elkaars schotels en zitten parmantig om vijf uur binnen.
Wij staan op het verlaten, eenzame stuk en bouwen van wrakhout een leuk vuur. We verwijderen het plastic touw van wat eens een grote touwladder van een vrachtschip moet zijn geweest. Anderhalve meter voor onze auto, uit het zicht van iedereen brandt een prachtig vuur. De warmte van het vuur wint het van de wind. We zijn stil, verbaasd over de ruimte die we aangereikt krijgen, waar we nooit naar hebben hoeven zoeken maar ons elke dag wordt aangereikt, over onze rijkdom.

Die we niet kunnen delen met de andere camperaars. We begrijpen oprecht niets van die andere camperaars. Is het angst? Onwetendheid? Wint de collectiviteit het van het individualisme? Zitten ze allemaal met chagrijnige wijven en is elke buurvrouw beter? Dat de God van de camperaars het me eens maar moge vertellen…..