Alternatieve slaapplaatsen met Bully
Onze tegenzin op om campings te staan, daar is al genoeg over gezegd en geschreven. Nog wat minder over de alternatieven. Even buiten de financiële kant, onderstaande plaatsen kosten niet alleen de gemiddelde € 15 – 25 die je bijvoorbeeld in Europa kwijt bent, maar vooral met de nadruk op de schoonheid (of lelijkheid) van de door ons gevonden overnachtingsplekken. En het rijtje is nog verre van compleet….. Even zonder dollen: als we deze alternatieve slaapplaatsen verlaten is deze meer opgeruimd dan toen we aankwamen, meestal maar 10 minuutjes vuil rapen geeft de plek gelijk meer karakter. Verder vinden we het een beetje ‘sport’ om op het randje te balanceren. Plekken die eigenlijk niet mogen, gewoon te ‘veroveren’, er onze plek van te maken voor een nacht. Deze verzameling dragen we op aan Ria van B, die het soms lastig vindt om zonder angst op een niet officiële plek te staan…….
Op alfabetische volgorde.
Alpenweide.
Kom je met warme motor en gloeiende konen op de top van de coll, daar wacht je óf een verzameling toeristenbussen en obligate stalletjes met volledig overbodige koopwaar, óf de leegte van de groene weiden, barstensvol met bloemen. Soms moet je nog een uurtje wachten, maar dan heb je de wei, het weidse uitzicht, de koele wind hélemaal voor jezelf.
B.T.
Gevleugelde afkorting BermToerist. Dit zijn de slaapplekken die je neemt omdat je al uren te lang achter het stuur zit en er genoeg van hebt. Je pleurt de auto een parkeerplek op, en neemt de voorbijrazende auto’s erbij. En soms heb je geluk, hoor je geen auto, is je achterland een bijna magische, groen omzoomde wonderschone plek. We hebben het meegemaakt: soms zelfs met een eigen waterval die onze watertank weer vulde.
Begraafplaats.
Geen last van drukke mensen en een aparte sereniteit. Niet in de avond, maar s’morgens lopen we een respectvol rondje, met een oprecht gemeend, onuitgesproken woord van dank. Een briefje soms, voor de koster, met een compliment. Of een kort gebed bij het jongste begraven mens. Gegarandeerd altijd is er een kraantje om de lege watertank te vullen.
Bergen.
Maakt niet uit hoe of waar, als we maar ‘hoog’ zijn, hoe hoger hoe liever. We houden van de frisse wind, de lage temperaturen en de majestueuze uitzichten. Soms een (nieuw) bord met rode rand, daarop de afbeelding van een camper. Mocht je de indruk hebben dat dit verboden voor campers, of verboden te overnachten betekend, ons probate middel is een snelle vuilniszak over het bord, tie-rap er onder langs (zorg dat dezelfde soort zak niet voor je vuil wordt gebruikt….) en klaar is Kees. Wist jij veel?
Boerenerf.
Alleen met toestemming, maar nooit met problemen. Hun saai leven beetje opgefleurd door maffe mensen, is voor hun een afleiding, voor ons een aanleiding. Hebben een hekel aan die varkens-odeur, dus we zijn wel selectief. De uitnodiging om samen een glaasje te drinken is nog nooit afgeslagen.
Bos.
Prima plek, zeker als er lage begroeiing is met kans op bosbes, braam of cantharel. We rijden met plezier een paar honderd meter zo’n bos in, maar maken het niet te gek. We gaan geen bos kapot rammen om een leuk plaatsje te vinden. We willen wel uit het zicht zijn. Soms zijn er staatsbossen, dat houdt in dat de bekeuring wordt verdrievoudigd. Soms staan er roodwitte slagboompjes, maar met sleuteltje 10 en 13 zijn die in een wip open. Wist jij veel, een open slagboom is toch een uitnodiging?
Brug.
Dan bedoelen we niet een grote drukke brug. Maar eentje die al een paar honderd jaar op die plekt ‘hangt’ en waar boerenkarren en kinderen passeren. Heerlijk, want dan sta je vaak ook aan de rivier. Je ziet en hoort de passanten en zij zien jou niet vanwege het hoogteverschil. Hoe dichter bij het dorp, hoe meer (kinder)bezoek je krijgt, maar altijd leuk voor een praatje.
Dadeloase.
Niet doen, hoe warm het ook is, ga niet onder de dadelboom staan. Die plakvruchten hechten zich aan de truck en trekken meer mieren en andere kruipende wezens aan dan je kunt voorstellen. Ga liever in de zon, dan onder zo’n dadelpalm.
Dijk.
Als Millingenaar een gevierde plek, gewoon aan de dijk, stuk het grasland in, parkeerplaatsje of picknickplek, maar wel 24/7 het bewegende water en de stampende diesels. Voor ons is elke dijk ‘thuiskomen’.
Dorpsplein.
Soms genoeg van het groen en op zoek naar meer bruisend leven? Gewoon op het dorpsplein gaan staan. Ramen en deuren dicht en lekker naar buiten gapen vanuit bed of bank. Het leven ontrolt zich in alle openheid, niemand die je ziet gluren.
Duin.
Lastige plek, vaak afgezet met linten of verbodsborden. Dichtbij die verlokkelijk blauwe zee, alleen gescheiden door een mul zandpad. Zelden heb je het gewenste uitzicht vanuit de truck, even zelden is er de rust die je zoekt. Even zeldzaam te vinden als een wilde orchidee. Maar we blijven hoopvol zoeken.
Golfbaan.
Meestal een goed restaurant of een gezellige bar en als je vertelt de volgende ochtend een afspraak te hebben om een rondje te lopen. Wie houdt je dan tegen? Lol toch!
Grensovergang.
Die mystieke open ruimte tussen twee landen, niet écht behorend bij het ene of het andere. Het niemandsland met enerzijds de belofte van nieuw, anderzijds een afscheid. Het leven tussen twee werelden is een uitnodiging en de plek om je ziel te laten landen.
Kasteel.
Een van de top vijf wildkampeerplekken, natuurlijk altijd met een giga uitzicht op dat kasteel en of een deel van de tuin, desnoods op de parkeerplek die elke avond helemaal verlaten is. Je voelt je ridder én jonkvrouw op zo’n plek.
Kerk.
We zijn wel eens geweigerd, maar dat was een uitzondering. Op een mooi royaal grasveld voor die kerk is het goed toeven, zei het dat je de ‘klokkenterreur’ dan wel moet accepteren. Soms elk kwartier een fors aantal slagen, om daarna het hele uur de tel bij te houden tot 12.00 s’nachts. Rustig is anders, als je niet kunt afschakelen, maar wel sereen.
Kroeg.
Volle potten bier en luid gezang om dan zo je bedje in te stappen heeft wel wat. Tenzij, zoals meestal in ons geval, je het feest te vroeg verlaat en het muziekniveau je uit de slaap houdt. Ons recept: zoveel drinken dat je ook dat niet meer hoort.
Maïsveld.
Te gekke plek, ergens aan de rand daarvan. Ga niet ín maïs wandelen, zoals wij. Het is langer, breder, onoverzichtelijker en verder lopen dan je kunt voorstellen.
Natuurpark.
Beetje ümheimisch omdat het zo not done lijkt. Te sacraal om ongedwongen die ruimte in te nemen die als natuurgebied is benoemd. Dus blijven we aan de rand, wellicht een kleine 100 meter om uit het zicht te blijven.
Olifantentrail.
Gek natuurlijk dat er geen waarschuwingsborden voor een olifantentrail zijn. Tenminste, je ziet ze pas als je de volgende ochtend verder rijdt, nadat je die grote pootafdrukken rond je voertuig hebt geanalyseerd.
Outletcentre.
Een droom voor de ega: vroeg inslapen om de volgende ochtend de eerste te zijn die de laatste koopjes gaat bejagen. Driemaal weg gestuurd en dan steeds een paar honderd meter opgeschoven, maar we waren wel de eerste.
Politiebureau.
Als je nergens meer terecht kunt, vanwege verboden, te veel drukte, dat is dit een prima plek. je krijgt bescherming, water als je wilt en genoeg aandacht van die stoere kerels die je dolgraag willen beschermen.
Radarpost.
De mooiste is bij Millingen, in de achtertuin van Twiga op de dijk. Soms om gewoon even van huis te zijn de plek waar ik een lekker boek ongestoord kan uitlezen.
Restaurant.
Lekker eten en dan aanwijzen waar je na afloop gaat slapen vinden ze allemaal te gek. Een ideale combinatie van horizontaal en vertikaal genieten.
Rivier.
Top vijf plek, nummerplaat in het water, voetjes ook. Dom voor je uitkuiken, op zoek naar vissen die je zelden ziet. Maar wat een koelte en geen minuut is dezelfde. We hebben de Rhône, de Loire, de Donau en natuurlijk de Rijn gehad, buiten die talloze stormen en stroompjes waar we de naam van zijn vergeten.
Shoppingmall.
Gewoon omdat je bekaf bent, een stomme parkeerplaats op de shoppingmall. Omdat je lijf protesteert om niet verder te rijden. Moet je niet, zoals wij, je toiletje leeggooien om vervolgens de veiligheidsdienst achter je aan te krijgen.
Tuin woonhuis.
Soms kan het niet anders, rij je na allerlei omwegen jezelf vast onder een te lage doorgang, moet je keren, en gaat dat alleen maar als de eigenaar zijn tuinpoort opent. Zo’n aardige vent: dus waarom daar niet blijven staan?
Zee, strand.
Alleen als het strand écht toegankelijk is, je 4×4 hebt en goede ogen. Kennis van zuigzand en opkomend tij. We zetten op 10 meter afstand vette strepen op het strand, om het tempo van het opkomend water te meten. Val dan niet in slaap (zoals wij) om je omgeven te zien door teveel water en je alleen maar uit je slaap en in je blootje, met een noodtreinvaart door het wassende water je heil moet vinden.
nb. we hebben dit is Tjechie geschreven, maar krijgen de marker niet goed op de kaart 🙁