Waarom campings niet aan ons kunnen wennen
Warme dag vandaag, behoorlijk boven de 30 graden en te veel gereden. We wilden Italië vaarwel zeggen en ons volgende landje ontginnen: Slovenië. Dat maakte ineens die extra kilometers. Onzin natuurlijk, maar waar.
We hebben door de jaren heen een behoorlijke aversie opgebouwd naar campings. In principe doen we die eens per week aan voor de was en wellicht voor vers water, maar daarbuiten proberen we campings te vermijden. Ik leg uit waarom:
Op de meeste campings waar wij zijn geweest, zijn het vooral de witte campers, de Tupperwares, die het merendeel van de bevolking uitmaken. En nou hebben we in principe niets tegen de oudere jongere, getooid met dwars gestreepte polo die deze Tupperwares bevolken, maar het is vaak hetzelfde liedje. Komen we aan dan krijgen we de hele goegemeente op onze nek met vragen als: hoeveel diesel verbruikt ie? Hoe zwaar? Waar komen jullie vandaan? Al eerder hebben we overwogen een folder te drukken en die op een display op tafel te zetten. Met daaronder de tekst: Don’t ask, just read!
Daarnaast lijkt de Tupperware goegemeente feitelijk geen antwoorden op hun vragen te willen, maar vooral uit te willen leggen dat ook zij in naburige landen zijn geweest. Soms wel 1000 km ver weg. We luisteren naar beuzelarijen waar we niets mee hebben. Het lijkt of onze stoere Bully ineens hun Tupperware doet groeien in stoerheid. Leuk voor hun, maar wat hebben wij eraan?
Nog even van de Duitse campings, waar Ordnung und Sauberheit natuurlijk de boventoon voeren zijn er ook Tupperwarehelden die zich als Duitsers gedragen. In Italië, na te lang doorrijden en geen goede plaats kunnen vinden worden we naar een halfsoort camperplaats geleid, € 12,00 per nacht en vooral Tupperwares. Onze buurman en buurvrouw, geheel gebiologeerd door hun hondje dat elke kwartier op een andere plek (uit de zon) wordt vastgenageld met een pin die zeker een halve meter de grond in gaat, zijn Italianen met een Duitse mentaliteit. Hondlief meet nog geen 40 cm, maar allez, staaldraad in plaats van touw en op het laatst wordt de hond zelfs vastgelegd aan Bully. (te gekke dromen spelen zich spontaan af in mijn perverse kop…..)
Buurman heeft een kostbare 4×4 camper, aan de buitenzijde beschilderd met hun hond, van hydrolische stempels voorzien zodat deze altijd horizontaal staat en een inrichting die alles verraadt over ijdelheid en minder over praktisch en nuttig. (maar dat is onze mening)
Nu heeft die geweldige Twiga onophoudelijk over het hoofd gezien dat de slangen van onze afvoertank lekken. Het is zelfs de laatste ‘reparatie’ geweest die ze een paar dagen voor vertrek hebben uitgevoerd en met de nodige glimlach
hen en schouderkloppen hebben gegarandeerd. De 2e dag al loopt het afvalwater er aan alle kanten uit: slang gebroken. In Afrika al zo vaak met die slangen in de weer geweest, we staan zelden op campings, dus wat ons dat water uit? Het is water van de afwas en het handen wassen, so what. Het loopt ergens onder weg met hetzelfde tempo als we het weg gooien.
Buurman, met zijn kostbare 4×4 camper komt in paniek op ons toelopen en vraagt ‘wat voor water is dat?’ gevolgd door: ‘wilt u voorkomen dat het straks naar ons loopt, dat water?’ Nou duidelijker kan ik het niet maken: heb je een stoere camper, sta je op gravel, wat zeur je dan over mijn afvalwater? Echte Tupperware taal, ben ik bang.
To besluit, over het NaviTruien is al genoeg gezegd, maar stel je voor dat we op (meestal kleine campings) met die grote Bully moeten navigeren. Slechts 1 voorbeeld en ik geef toe, de campingeigenaar was een mooi snoepje, maar toch. Loopt Trui-lief voorop met haar snoepje, moet ik een draai nemen die net wel of niet kan, roep ik naar die snoepjes en die horen natuurlijk niets. En ja hoor: een deuk in de tank, maar goed wie maalt daarom. Als het snoepje dan afscheid neemt en wij te hoog zijn voor de electrakabels, die Trui-lief natuurlijk ook niet zag, vanwege de snoepsmaak in haar bekkie, we met een stok die draden omhoog moeten houden, nou dan krijg je een beetje gevoel van onze camping-weerzin.
We geven de voorkeur aan een illegaal bezoek aan een weiland, een pad de berm in waar we uit zicht staan of een mooie picknick plaats, met een klaterende waterval zoals gister. Maar nogmaals: het ligt natuurlijk aan ons, eigenwijs en op ons zelf. Onplezierig en a-sociaal voor derden, met name voor TupperwareTijgers. Onze welgemeende ongemeende verontschuldigingen.
Deze tekst is nog niet droog en we staan met de voeten in een snelstromende beek, Bully een paar meter achter ons, als er een blauw witte politieauto stopt met een wel heel goed uitziende blonde agente, blauwe ogen en een onberispelijk figuurtje. De pop spreekt ook nog goed Engels en legt omstandig uit dat we recht hebben op 2x € 41,00 boete voor het wildkamperen. En nee, ze wilde geen limoncello, wel de paspoorten. En nee, niet de kopieën maar de originelen. Verdomme, heb ik net dat verhaal zitten schrijven over onze aversie voor campings, komt die mooie pop om de hoek, mooie samenloop.
Afijn, met de nodige charmes en onwetendheid (in dit geval ook oprecht, weten wij veel wat er hier wel en niet mag) hoeven we geen boete te betalen en worden we verwezen naar een dichtstbijzijnde camping. Gegrepen door mijn eigen tekst, zo voelt het.
Opruimen, naar de camping rijden (500 meter) en weer uitpakken kostte ons slechts 20 minuten, de weerzin was groter. Gaan we nou door in dat malle land waar wildkamperen niet is toegestaan, of gaan we verder richting Servië? Of rijden we dezelfde route terug, weer Italië en Frankrijk. We beloven er de hele dag niet over te spreken en pas morgen als we vertrekken het onderwerp aan te pakken. Helemaal passend bij Bestemming Onbekend.