Hoe een rustige zondag toch weer spannend werd
We keutelen wat af in ons hokkie op wielen. We besteden zorg aan onze nachtrust, worden wakker als de zon in de ogen schijnt (wat wil zeggen dat we op donkere en regenachtige dagen nog langer slapen) en tikken gemiddeld toch 10 uur slapen weg.
Dan is het tijd voor een ontbijtje, onder het strenge regime van Trui was het vanochtend een superomeletje in plaats van een schaars toastje met suiker- en smaakvrije jam en dan is het heerlijk nog even lekker lui te lezen om dan tot ieders verrassing te constateren dat het al 12.30 is. Hebben we nog geen stap buiten de truck gezet.
Afijn, geen specifieke route maar een beetje richting Port Elizabeth, maar dan over de binnendoor weggetjes. Komen we voor een dicht hek en moeten we omdraaien. Een grasveldachtig weilandje ziet er strak genoeg uit, geen plas te zien en al keuterend rijden we ons vast. Ons beider reactie is een schuchter lachje, hoe bestaat dat nu dat we op zo’n onbenullige plek vast komen zitten. Niet te veel raggen, maar beheerst in 4×4 en ja hoor, we draaien zo’n dikke 60 cm vette graspollen met klei voor de voorwielen. Nog steeds hikken we een beetje van de lach, het lijkt bijna een soort van arrogantie in de zin van ‘Bully heeft al zoveel gepresteerd, zo’n knullig grasveldje kan ie echt wel de baas…’ Niet dus, de voor én achterwielen zitten asdiep in de modder. Vette klei die net even te nat is door de regen van de afgelopen dagen. Voor het eerst benijd ik vriend William met zijn dikke noppenbanden, die had hier spelenderwijs het grasveld in een modderpoel veranderd en was fluitend hieruit gekomen. En ik sta met een grote schep (cadeautje van Ben Buls) in die dikke modderbrij te peuren. Ook wel weer leuk. Uiteindelijk helpt het allemaal geen moedertjeslief. De banden zitten vol met modder, er is 0% grip. Banden leeg laten lopen is dan een optie in mul zand, hier helpt dat niet echt. We hebben zandplaten (met de nadruk op zand) en proberen dat ook zonder succes. We hebben een 50tal stenen gesjouwd, die netjes achter de banden gelegd: geen resultaat.
Trui gaat op pad en komt piekfijn geklede knullen tegen, beiden strak in zwarte (kerk)pak. Werkelijk voorbeeldig opgevoed en heel voorkomend. Eén blijkt truckchauffeur en roept vol overtuiging: ‘Mag ik het proberen, ik rij ‘m d’r zo uit’. Om nog iets van dat kapotte mannelijke ego te redden roep ik luid: ‘als het je niet lukt trakteer je mij op een biertje.’ Zijn duim ging omhoog, hij probeerde tot ik hoorde dat hij de koppelingsplaten aan het verbranden was, dus hem lukte het (gelukkig voor mijn ego) ook niet.
Met de hulp van een passerende vrachtwagen en een kabeltje was het een fluitje van een cent. Mijn ego toch een opdonder, mijn arrogantie een tikje ingedamd, toch een mooi einde aan een luie zondag.