Image Alt

Verhalen

Wat is dat toch met kappers?

Ik geef het gelijk toe, de verhalen over de cel waren natuurlijk spannender dan een dit verhaal over  kappers. Maar gelukkig is de kapper een meer alledaagse ontmoeting, dan een arresterende politieman. Onze korte verhaaltjes gaan over die alledaagse ontmoetingen en de emoties die deze daarbij oproepen. Veel minder spannend, maar hopelijk een beetje amusant.

Op mijn motorreis naar Libanon enige jaartjes geleden liet ik mijn haar millimeteren. Gewoon omdat dit praktisch was onder een zwetende helm. Ik had daar vrede mee, had geen ogenblijk het gevoel dat dit mij vreemd stond. Maar op deze reis heb ik een letterlijke haat-liefde verhouding met deze barbaarse barbieren. Het begint in Soedan.

Eigenlijk is het vooral op voorspraak van Trui dat ik de kapper bezoek. Zelf kijk ik nauwelijks in de spiegel en zij ziet me de hele dag. Maar als globetrottende overlander vind ik lang haar eigenlijk het beste passen. Het geeft wat nonchalants, tenminste zolang die vermaledijde paardenstaart maar vermeden wordt. Daar wacht ik nog een tiental jaar mee. Waar ik vroeger vreselijk werd geplaagd met mijn rode haardos, heb ik daar nu alleen maar plezier van. Ik wordt namelijk niet saai-grijs, maar mooi blond-grijs. (wat een vrouwegeleuter, maar het is niet anders als je een jaar opgesloten bent met zo’n vrouw). Die lange blond-grijze haren hebben me al tweemaal het compliment opgeleverd dat ik zou lijken, nee de dubbelganger ben van de Virgin oprichter Richard Branson? Zo waar een compliment, met dank aan de haardos.

Toch moet er af-en-toe aan gesleuteld worden. We kozen een obscure kapperszaak in XXX? Een doorgangsweg met veel verkeer weliswaar, maar een zaakje van niks natuurlijk. Twee royale stoelen, die de dubbele leeftijd hadden van de kapper. Geen hoogteverstelling, geen neksteun, vulling dat zich opdringt door het mooie oude leder. De kapper is nog een jonkie, maar ziet er opvallend verzorgd uit. Een heel scherp gesneden ringbaardje, gekke bakkebaarden, zeg maar dat je de liefde voor het hanteren van het mes van het jong kunt aflezen. Ik maak duidelijk dat er alleen maar herstelwerk gemaakt hoeft te worden. Zijn Engels is prima, zijn gereedschap lijkt, buiten de nostalgische stoelen in orde, dus: alle vertrouwen.
Ik had beter moeten weten. Hij hanteerde weliswaar voor zichzelf een mooi en scherp scheermes (ik let dubbel op of er ook voor mij nieuwe mesjes worden ingezet anders gaat het feest niet door) maar hij begint zijn aanval gelijk met een scheerapparaat met tondeuse. S’lands wijze, s’lands eer weliswaar, maar waar zijn die verdomde scharen, het basisapparaat, het gereedschap van de vakman, van elke kapper. Nou, dat zit zo in Soedan, een herenkapper gebruikt geen schaar, namelijk dat duurt te lang. Ik sputter nog over enkele millimeters maar inkorten, maar de tondeuse laat mijn blond-grijze lokken de hele vloer bedekken. Voor ik er écht erg in had, zonder bril is mijn zicht op kip-niveau, is de linkerhelft gereed. Die tondeusebehandeling is dus ook werkelijk heel snel: 20 seconden, meer duurde het niet.
Het alternatief om nu te stoppen overweeg ik evenzo slechts 20 seconden: gewoon doorgaan en vooral fors mopperen. Ik hoef dan ook geen geld te betalen, de discussie over wel-of-geen schaar haalt niets uit en ik ga zijn zaak uit als een verslagen Samsom. Mijn Delilah lacht zich een bult en er komt niets origineler uit als: ‘het groeit wel weer aan’.

Ik was gewaarschuwd voor die schaarloze barbieren en wachtte mijn kans af in het ‘beschaafde’ Zuid Afrika waar toch ook veel blanken de kapper bezoeken. Een moderne shoppingmall, een keurige kapperszaak, ach wat kan me gebeuren? Even voor de duidelijkheid, er zaten een maand of 8 tussen de Soedanese tondeusebeurt en deze, mijn lokken waren écht lang, mijn overlandersgevoel was daarmee in overeenstemming gegroeid. Als je me zag met mijn onafscheidelijke (en noodzakelijke) hoed, samen met die lange lokken, was dat helemaal niet slecht. Vond ikzelf.
Ik maak de kapster duidelijk dat het om ‘onderhoud’ gaat, de dode puntjes eraf, de zaak een beetje stylen en klaar is kees. En dan ook nog graag voor de ‘pensioners price’, iets waar we schaamteloos gebruik van maken als de gelegenheid zich voordoet. Trui was nog even naar kleding kijken en kwam na een paar minuutjes zorgzaam polshoogte nemen. Verdomme, lag de vloer alweer vol en ze hield maar niet op. Ook Trui haar aanmaningen troffen geen enkel doel, integendeel, alsof de kapster er nóg een paar centimeters extra afknipte.

Ik loop nu beschaamd met een kort koppie, mijn ego is verdwenen in het kappersputje, met nog een maand te gaan, zie ik er straks weer uit alsof ik net van kantoor kom. Is het de beroepstrots van die kappersdames- en heren, om alles NETJES te maken. Past daar geen lange haarlok bij? Is het lastiger die lange coupe te knippen als maar als een radeloze tondeuse of schaar te hanteren? Opnieuw teleurgesteld, maar zoals menig lezer zal denken: net goed voor zijn ego 🙂