Walvissen en dolfijnen
Het is maanden geleden dat we hebben gezwommen. Trui verlangt er intens naar haar lichaam lang uit te rekken in een warmwater bad. Niet alleen lijkt ze 10 kg zwaarder te zijn geworden, ze moppert dat het lang in de auto zitten, het niet met de hond wandelen, haar lichaam in elkaar zou hebben gedrukt? Dat zou de reden zijn dat haar Goddelijke Lijf inmiddels meer Rubensvormen heeft aangenomen? In tegenstelling tot de sixpack die mijn torso siert en mij tot een benijdenswaardige 60-jarige God maakt. Immers al tweemaal werd ik aangesproken als de look-a-like van Richard Branson, zo waar groter compliment dan dat ik op André van Duin zou lijken. Of op die roodharige gek met alpinopet van een TV serie waar ik even niet op de naam kan komen, waar allerlei technische experimenten gedaan worden. In hemelsnaam, wat heeft dit met walvissen en dolfijnen te maken? Niets, hooguit met mijn ego dat zo groot lijkt als die walvis?
De afstand van zwembad naar standplaats is een kleine kilometer. Ik wilde Bully eerst parkeren, Trui eerst zwemmen, we waren niet duidelijk naar elkaar en zaten daar, als lang gehuwden, lekker over te kibbelen. Natuurlijk is de mening van het AlfaBeest doorslaggevend en reden we richting onze standplaats. Waren we eerst gaan zwemmen hadden we ze niet gezien. (Het AlfaBeest wil natuurlijk gelijk). Prachtige staarten steken boven het water uit, niet één maar twee, nee drie staarten van reusachtige walvissen zien we sierlijk boven het water uitkomen. Feitelijk geloven we onze ogen niet en Trui gilt dan ook om de verrekijker. Een kostbaar instrument dat maar half functioneert omdat een van de oogdoppen op een door Trui onverklaarbare manier is verdwenen. Vanochtend (dit heeft al weer niets met de walvissen of dolfijnen te maken) kregen we bericht dat iemand haar creditcard en bankkaart heeft gevonden in Mozambique godbetere. Ook deze waren op miraculeuze wijze verdwenen, net zoals die oogdop van de verrekijker. Het AlfaBeest toont zijn irritatie blijkbaar, zijn zwaktes. Lees gerust verder met een milde (hoop ik) glimlach om de lippen.
De afstand is te groot voor een foto, we schatten 500 meter, maar het lijkt alsof we de energie van die enorme beesten kunnen voelen. Het lijkt alsof zelfs of ze aan het paren zijn? Tot we plots nog meer walvissen zien, we tellen er totaal 6 en staan perplex over hun gratie. De beesten hebben grotere hersenen dan wij, de mens, zijn daardoor als slimmer en meer sociaal dan de mens zeggen kenners, maar wij doen het even met het zo onbeschrijfbare gevoel van én onze eigen ontdekking (maar een enkeling blijkt deze walvissen te hebben gezien) én het zo andere gevoel dan in een wildpark waar de dieren zich bijna ‘aanbieden’. Onze waarneming is een échte, zo lijkt het.
Als afscheid schitteren een groep dolfijnen in het licht van de ondergaande zon. Speels en actief als jonge honden klieven ze door de golven. Als een waardig slot van een mooie film, een aubade aan ons die zo verwachtingsvol de kuddes olifanten hebben gezocht in Addo Park, zo verwachtingsvol die grote troepen leeuwen hebben gezocht en dit nu als vanzelf krijgen aangeboden. Verwachtingsloos leven, ons hart weet het, nu ons brein nog.