Hiking met vogels
Bij ons noemen we dat gewoon een flinke wandeling, maar hiking klinkt wat meer stoer. Aangekondigd een lekkere 3-4 uur voor deze wandeling, alweer naar een waterval. Wat is dat toch met ons mensen dat we steeds ergens naar toe moeten lopen. Naar een waterval, of dat zo bijzonder is? Naar een grot waar niets te zien is? Voor ons gaat het wandelen vooral om lichamelijk actief te zijn en geestelijk alleen maar ontspannen. Niks meer, niks minder. Geen waterval of grot alleen maar ons eigen ikkie.
Er is een trail uitgezet over hoge boomwortels, af-en-toe een klimmetje, niet voor rolstoelers maar ook niet zo zwaar als die van het vorige weekend. Meteen al in het begin spotten we een Loerie. Een soort groene papagaai met een mooie, rechtopstaande groene kuif. Op foto-afstand zit hij daar met zijn maatje. Prachtig. Die beesten maken een tering-herrie, maar zijn adembenemend mooi. Ook die grote zwarte vogels met knalrode vleugels zien we overal rondschitteren.
Het bos, nee het woud is eindeloos. Ons oog ziet zoveel kleuren groen die een camera volstrekt niet kan vangen. We luisteren naar de stilte van het bos en die van onszelf. Een enkel vogelgeluid, een ruisende rivier. We raken vervuld van die stilte, het omvat ons, maakt dat we niet meer praten.
Dikke takken die zich als lianen in de jungle om bomen wikkelen. Bomen met prachtige namen als ‘de gewone safraan’, vooral dat woord ‘gewoon’ vinden we zo niet gewoon voor een boom van 20 meter hoog. De Yzerboom, met het hardste hout van de wereld. De Geelhoutboom en nog veel meer bijzondere namen lezen we op de herkenbare groene informatiebordjes. We stoppen soms, gewoon om zo’n boom te voelen, om het mos aan te raken dat decennia lang op die boomstam groeit.
Het is de resonantie van de stilte in het bos die onze stilte oproept. Het lijkt alsof we eeuwen terug gaan in de tijd als we het licht zien sprankelen tussen het nog groene bladerdak. Herkennen honden en beren in boomtakken, ruiken de vergane bladermassa en voelen ons weer die ontdekkende kinderen van weleer. Terug in de tijd, terug in ons lichaam, terug naar respect voor die allesomvattende natuur. Wetend dat onze eigen polder in de Millingerwaard dat gevoel even goed kan oproepen als hier op 15.000 km afstand van ons huisje. Dat gevoel is goed, een bevestiging dat we langzaam weer toegroeien naar onze eigen plek in NL.