Image Alt

Verhalen

Brief aan Maria

Lieve Maria, jij bent geboren in Zuid Afrika, woont weliswaar ‘bij ons’, maar je hart en ziel zijn nog steeds verbonden met, wat wij geloven, het mooiste land van het Afrikaanse continent. Je hebt de mores meegemaakt, de apartheid beleefd en ondergaan, maar je ziel lijkt er maar niet van los te komen. Met als resultaat tegenstrijdige gevoelens over waar je nu woont en waar je bent geboren.

We willen je onze vragen stellen, meenemen in onze tegenstrijdige gevoelens, eenvoudigweg waar het “wonen” in dit mooie land betreft. Zuid Afrika heeft weliswaar de wetgeving tegen apartheid ingevoerd, maar voor ons is de apartheid zó zichtbaar en onontkoombaar dat het pijn blijft doen. Waar zwart en blank al ‘schuurt’, schuurt die ‘gekleurde mens’ als een pijnlijke subcultuur tegen, natuurlijk de blanken, maar ook tegen de zwarten. Het lijkt alsof de zwarten van de blanken hebben geleerd hoe de ander te minachten en dat onverkort toepassen op de gekleurde medemens. Een menssoort van een minder aanzien. We kijken om ons heen en zien het dagelijks gebeuren. Hoe kan, willekeurig welke huidskleur, ooit wennen aan deze ‘kleurenhaat’. Het lijkt alsof er maar twee keuzes zijn: óf je doet er aan mee en wordt dus medeplichtig aan een vorm van racisme, of je verzet je daartegen en wordt een onbegrepen paria, die zich vaak onbegrepen zal voelen en daarmee ook ongelukkig hier. Weltschmertz.

We zijn nu in OysterBay, een nog niet door toeristen ontdekt dorpje aan de oceaan. Hoge golven breken op het strand en we zien niet minder dan 4 schuimwitte golven achter elkaar aan rollen. Er staan vooral ‘witte’, rijke huizen die wellicht alleen maar in de zomer worden gebruikt. Zwarten en gekleurden ploeteren in de witte tuinen, zijn in de weer met schop en kruiwagen. Op geruime afstand van de witte huizen hun township, herkenbaar aan de vuilnisbelt bij de ingang. De kralen van voorheen zijn vervangen door dicht opeen gebouwde, golfplaten huisjes waar mensen moedeloos voor zich uit staren. De arremoede beneemt je de adem. Ze hebben te eten weliswaar, er is gratis onderwijs, maar de arremoede ten opzichte van de blanke is zo voelbaar. Het doet pijn Maria, een stuk van ons reisplezier wordt ons ontnomen. Door deze platte realiteit. We hebben deze reis gekozen, niet alleen om te genieten, maar ook om te kijken en te voelen.

Wij, de Europeanen, hebben dit land geconfisqueerd, hebben onze moraal geëxporteerd en een schitterend land qua infrastructuur ontwikkeld. Elke gravelweg is ‘in ontwikkeling’, een teerpad in wording. Shoppingmalls vliegen als paddenstoelen uit de grond, met de bekende plek voor de niet-zwarten: de meisjes achter de kassa’s, de mannen op het parkeerterrein als bewakers. Al blij als je ze 2 Rand geeft. De blanke Zuid Afrikaan is inmiddels te lui voor het vuile werk, te onhandig voor welke handarbeid dan ook en vindt het normaal dat die ‘andere’ mens dat werk opknapt. Vanzelfsprekend betalen ze hen niet de 60-70 Rand per uur die ze zelf menen te verdienen, maar 30-40 Rand, want zij zijn tenslotte van een ‘mindere soort’. We hebben de economie zo ingericht dat Blank Regeert. We hebben onze moraal even links laten liggen onder het mom: ‘iedereen doet het zo.’

Maria, hoe kunnen we leven in dit zo Afrikaanse land met onze Europese moraal? Zonder het risico te lopen dat we uiteindelijk worden zoals de meeste Zuid Afrikanen: trotse overheersers? Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor dat kleine aantal blanke Zuid Afrikanen die wel probeert oprechte vriendschap te sluiten me die ander. Aan jou, waarvan ik weet dat je anders denkt, maar ook jij zult hier geplaagd worden door bovenstaande afvragingen. Zult uit moeten leggen aan je kinderen dat het hier ‘anders’ is. Met het risico dat, wanneer ze ouder zijn, jou en mij zullen aanspreken waarom we daar zo weinig tegen gedaan hebben. Ik kijk met opnieuw geopende ogen naar mijn thuisland, naar jouw huidige woonplek.