Image Alt

Verhalen

300 dagen

Een diep gevoel van ‘niet thuis zijn’ overvalt me. Ik voel het aan mijn schouders, een beetje zeurende pijn. Ik voel het aan mijn spieren, pijnlijk en stijf alsof ik urenlang op een rotspunt in de harde wind stil heb gezeten. Mijn hoofd geeft verwarrende signalen af, als zou ik te veel hebben gedronken. Maar ik drink nauwelijks meer. Een drietal blikjes bier staan al wekenlang in de koelkast, even lang als we die diepe warmte van de altijd aanwezige zon hebben gemist. Ik drink al een paar weken aan dezelfde fles whisky, niet meer uit een glas, dat is altijd te vol als ik genoeg gedronken heb. Gewoon een paar slokjes uit de fles.

Heeft het ‘niet thuis zijn’ gevoel te maken met het land waar we nu in zijn? Lesotho, gevangene van het prachtige Zuid Afrika, maar zo arm als job. Waar de wegen langs de buitengrenzen lopen en de paadjes midden door het land onbegaanbaar zijn voor Bully. Is het de arremoede waar ik weer mee wordt geconfronteerd, in tegenstelling tot de rijkdom van Zuid Afrika? Is het weer die omschakeling die tijd kost om me ergens ‘thuis te voelen?’

Of is het de sleetsheid die langzaam in het reizen is gekropen? Na 300 dagen, dag-in-dag-uit de truck inklauteren, een keuze maken voor een richting, wat die ook zijn moge, rijden, stoppen, stoelen eruit, tafel eruit en je verwonderen over opnieuw de schoonheid van opnieuw een wonderschone plek? De zorg voor de techniek, slangetjes die het begeven, elektra die wél uit het stopcontact komt van de camping, maar niet wordt opgenomen door Bully. Zorg voor een lege toilet en volle watertank. Voldoende olie, genoeg diesel. Is de bandenspanning ok voor de soort rit die we maken? De zorg om een 90 dagen visum voor Zuid Afrika, wat niet gemakkelijk zou zijn vanuit Lesotho? Zijn het de eindeloze koppen thee die Trui me aanbiedt, de pap die s’morgens ineens een traditie lijkt te zijn? Heb ik genoeg van het a-bourgondische leven, het steeds maar weer letten op suikers en vetten waarmee elke vette hamburger ineens een felbegeerd item wordt?

Is het de wens om weer in een economisch verkeer actief te zijn, om geld te verdienen en daarmee gewaardeerd te worden? Om ergens een ‘moet’ te hebben, tegenover alle vrijheid die we nu hebben? Is het de zorg om bankrekeningen die leeglopen, een huurder die niet echt wil betalen? Is het de onduidelijkheid van mijn leven als ik terug ben in NL? Hoe treft de ‘nieuwe Geert’ zichzelf aan in dat prachtige NL dat we in feite dan 12 maanden bewust ontvlucht zijn.

Het feit is dat het gevoel anders is geworden de laatste dagen. De laatste 48 uur is er een ongemakkelijk gevoel ontstaan dat ik gewillig toelaat en mij in staat stelt bovenstaande te beschrijven. De ‘oude ’ Geert wordt nu geactiveerd, gaat plannen maken om aan dat gevoel een einde te maken. Gaat zaken bedenken die ánders zijn, plannen voor de toekomst, nieuwe hoofdstuk in het Lightroomboek, waar ik nog zoveel uit moet leren. We ‘vluchten’ terug naar Zuid Afrika om te kijken wat dat voor mijn gevoel doet. Waar we in feite weg zijn gejaagd wat mij het gevoel gaf uit mijn eigen huis te zijn verdreven. Alsof Zuid Afrika mijn nieuwe huis is, het land waar mijn ziel woont en mijn hart een nieuwe vriend heeft gevonden. Waar mijn ogen de schoonheid van de schepping elke ochtend, middag en avond heeft kunnen bewonderen. Waar de luchten schoon zijn en vol van energie.

Misschien moet die ‘oude Geert’ nog maar een tijdje inactief blijven. Moet ik dieper gaan om dat gevoel te ontdekken dat me hier niet thuis laat voelen. Dat gaat me moeite kosten, ik geloof in een maakbare wereld. In een wereld die ikzelf kan bouwen, helemaal naar mijn eigen smaak. Dat ‘niet thuis voelen’ is een zeldzaam fenomeen. Voorlopig koester ik het maar even. Balen.