Toeval leidt ons
- Van een goede vriendin in NL krijgen we een boek als geschenk voor onze reis. Linda Tucker, over witte leeuwen en de magische krachten van het Afrikaanse continent door de geschiedenis heen. Na een aanvankelijke voorzichtigheid, raken we beiden gebiologeerd door de, vaak complexe, inhoud. Waar sterren worden verbonden met al het leven op de aarde. Waar de leeuw als de universele beschermer van de mens wordt gezien. Waar mineralen de gezondheid van de aarde waarborgen.
- Het boek verwijst naar Credo Mutwa, een nog levende, bijna heilige maar verstoten man omdat deze de geheimen van talloze generaties Zulu’s heeft prijsgegeven. Weer door toeval vindt Trui dit boek op een boekenmarkt.
- Wij landen in McGregor, een klein plaatsje met een poëziefestival. Horen drums en lopen naar een klein binnenplaatsje waar verhalen worden verteld. Conny, leest het verhaal voor dat in het boek van Linda Tucker genoemd wordt en in het boek van Credo Mutwa is te lezen, The Tree of Life. We luisteren de volle 20 minuten en zijn opnieuw gebiologeerd door een toeval dat niet te ontlopen lijkt.
Natuurlijk weten onze vrienden dat toeval niet bestaat. Dat we onze reis voor geen meter plannen en pas na het starten van de truck overleggen waar we naar toe zullen gaan. We luisteren vooral naar wat de locale bewoners ons te melden hebben en zijn niet te beroerd om elke dag het besluit van gister weer te veranderen, die extra kilometers nemen we dan voor lief. Juist door het niet plannen, het toeval zijn werk laten doen, krijgt de reis de verdieping dat we mensen als Conny ontmoeten.
Ze leeft in een soort pueblo, aan de rand van het dorp. Heeft dat zelf gebouwd met klei uit de omgeving. Stenen van klei, afgesmeerd met leem, dat pas na vijf jaar zijn definitieve ‘sluiting’ geeft. Dus regelmatig moeten scheuren worden gedicht met klei. Ze heeft bewust gekozen om zonder elektra te leven, heeft een eigen waterbron en alles in haar weelderige tuin is eetbaar. Ze drumt. Niet omdat ze dat leuk vindt, maar omdat de drums haar geroepen hebben. ‘Zoals eten je roept.’ Verkoopt honing, melk en artwork op de zaterdagse markt. Iedereen kent haar, ze geeft hulp aan iedereen die dat nodig vindt.
Vanaf de eerste ontmoeting is er een verbinding tussen haar en ons. Worden we uitgenodigd, nee bijna bedreigd, om vooral haar te komen bezoeken. De volgende dag voldoen we daar aan met gemengde gevoelens. Immers, zo veel mensen nodigen ons uit, willen dat we doen wat zij leuk vinden, willen ons volstoppen met eten en drinken en hun overtuigingen. Maar deze ontmoeting maakt ons weer blij. Blij om de onafhankelijkheid van mooie mensen. Overtuigd dat het toeval een belangrijker ingrediënt is dan een goede kaart.